Het plan voor het aanleggen van het Kralingse Bos ontstaat aan het begin van de vorige eeuw. De plas ligt er al dan al, die is in de 17e eeuw door turfwinning ontstaan.
Er was ooit een gebied met zestien van die plassen tussen Rotterdam en Gouda, turfwinning was vanaf de Middeleeuwen de brandstof waarop Nederland draaide. Turf bestaat uit opgegraven veengrond die te drogen wordt gelegd. Zo ontstaan stukken turf die verbrand kunnen worden. Door het opgraven ontstaan diepe kuilen in het landschap. Die kuilen zijn uiteindelijk volgelopen en zo zijn plassen als de Kralingse Plas ontstaan.
In het gebied bij Rotterdam ontstaan de meeste plassen in de 17e en 18e eeuw. De Alexanderpolder heeft ook uit dat soort plassen bestaan, dat gebied is later ingepolderd. Nu zijn er nog twee plassen over: de Bergse Plassen en de Kralingse Plas.
In 1895 wordt Kralingen geannexeerd door Rotterdam. Het poldergebied wordt dan snel bebouwd. Directeur G. J. de Jongh van Gemeentewerken bedenkt een stadspark voor Kralingen, het Kralinger Hout. Meerdere steden hebben zo'n park: Haarlem heeft het Haarlemmerhout en Den Haag het Bezuidenhout. In 1911 neemt de Rotterdamse gemeenteraad het plan van De Jongh aan en dan kan het grote karwei beginnen, de grond moet verworven worden en wat er staat onteigend.Het duurt nog lang voordat het Kralingse Bos daadwerkelijk aangelegd wordt.
Tegelijkertijd met het plan voor een stadspark in Kralingen, wil Rotterdam de Waalhaven graven. De grond die daar vrij komt, wordt gebruikt om de poldergrond rond de plas op te hogen.
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zorgt voor vertraging. De Waalhaven wordt pas rond 1920 gegraven. Dan komt er pas grond naar Kralingen.
Dan duurt het nog tot 1928 voordat de eerste boom de grond in gaat. De eerste bomen worden gepland aan de oostkant van het bos. In 1921 maakt de architect Marinus Jan Granpré Molière een nieuw ontwerp. Vanaf 1928 is de grond eindelijk voldoende opgehoogd, en begint men met het planten van speciaal in Noord-Brabant gekweekte eiken. De Rotterdamse schooljeugd wordt hierbij ingezet op speciale boomplantdagen. In de jaren dertig van de 20e eeuw worden er in het kader van de werkverschaffing ook werkelozen ingezet bij de aanleg en beplanting. Een groot deel van deze bomen wordt tijdens de hongerwinter opgestookt in de kachel.
Het vele puin, afkomstig uit het centrum van de gebombardeerde stad, wordt gedumpt in de zuidelijke hoek van de Plas. Zo ontstaat een groep kleine eilanden, die ten behoeve van wandelaars worden verbonden met een reeks loopbruggen. In 1953 wordt het Kralingse Bos dan eindelijk officieel geopend.
Het bos verwerft grote bekendheid in de zomer van 1970 vanwege het Holland Pop Festival, het 'Europese antwoord op Woodstock'. Internationale bands die er optreden zijn onder meer Pink Floyd, The Byrds, Santana en Focus. In totaal zijn er meer dan 100.000 bezoekers.